De Zeven Werken van Barmhartigheid

In de geschiedenis van de ziekenzorg in Alkmaar mag het kunstwerk “De Zeven Werken van Barmhartigheid” niet ontbreken.

Dit werk is gemaakt in 1504 door een onbekende schilder die wel “De meester van Alkmaar” wordt genoemd. Hij was actief als schilder van 1490 tot 1510. Het is gemaakt in opdracht van de gasthuismeesters van het Heilige Geest Gasthuis; het huidige Waaggebouw in Alkmaar. Rond 1575 hebben zij het waarschijnlijk geschonken aan de Grote of Sint Laurenskerk bij de opheffing van het Heilige Geest Gasthuis. In ieder geval hangt het in de Grote Kerk in het jaar 1582 omdat in dat jaar gesproken wordt over een verwoesting van het werk met zwarte verf. Idioten zijn van alle tijden. Het kon gelukkig snel worden gereinigd. In 1918 werd het gekocht door het Rijksmuseum in Amsterdam waar het tot de dag van vandaag te zien is.
Het werk bestaat uit 7 afzonderlijke panelen die samen een afmeting hebben van 469 x 119cm!
De voorstellingen lopen in elkaar over en tonen een gefantaseerde stad. De schilder zal wel geput hebben uit hetgeen hij zag in Alkmaar maar rond 1500 bestond Alkmaar nog voor het overgrote deel uit houten huizen.

De Zeven Werken van Barmhartigheid vinden hun oorsprong in de Bijbel: ‘Want ik had honger en jullie gaven mij te eten, ik had dorst en jullie gaven mij te drinken. Ik was een vreemdeling, en jullie namen mij op, ik was naakt en jullie kleedden mij. Ik was ziek en jullie bezochten mij. Ik zat gevangen en jullie kwamen naar mij toe.’ (Mattheüs 25: 35,36). De zeven werken zijn dan ook:

  • Het spijzen van de hongerigen
  • Het laven van de dorstigen
  • Het kleden van de naakten
  • Het begraven van de doden
  • Het herbergen van pelgrims en reizigers
  • Het bezoeken van de zieken
  • De vertroosting van de gevangenen

Op ieder paneel zien we Jezus als een onopvallende persoon in de achtergrond als toeschouwer.

We kunnen ook veel aflezen uit dit schilderij over de gezondheidstoestand van de bevolking in die tijd. Zo zien we in het eerste paneel op de voorgrond een man met klompvoeten, steunens op een krukje. Zijn duim is afgesleten of geamputeerd. in de tweede voorstelling zien we twee kreupelen met krukken. de figuur op de voorgrond heeft misschien geen voeten meer en zit met z’n knieën op houten krukjes. De grote man in het midden met de kale kop moet misschien een geesteszieke voorstellen. Op het vierde paneel (het begraven van de doden) gaat het waarschijnlijk om een slachtoffer van de pest; de aanwezigen houden doeken voor hun gezicht.

Op het vijfde paneel (het bezoeken der zieken) zien we de zieken liggen in de bedstedes van het gasthuis. Gordijnen geven wat privacy maar men dacht in die tijd ook om zodoende besmettelijke ziekten geen kans te geven zich verder te verspreiden. Weldoeners met lange mantels komen giften brengen. op de achtergrond een naakte man met zwarte vlekken op zijn lijf; een symptoom van de pest.

Bron:
– “650 jaar ziekenzorg in Alkmaar” door G.N.M. Vis
– Wikipedia
– Archief Historische Commissie Noordwest
– Rijksmuseum Amsterdam

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *