In 1965 werd het vernieuwde Centraal Ziekenhuis in gebruik genomen. In de kelder van de lange vleugel zat helemaal op het eind het beddenwasstation. Daar werden alle vuile bedden afgehaald, schoongemaakt en opnieuw opgemaakt met schoon gewassen linnengoed. De afdeling stond onder leiding van zuster Francien Lakerveld. Zij had twee vaste medewerkers en iedere maand werd dit aangevuld met een ‘INAS-meisje’; een leerlinge van de INAS-opleiding in Alkmaar in de leeftijd van 16 of 17 jaar. Het was heel hard werken en toch waren de meiden bereid om in de vrije tijd nog wat extra’s te doen voor het ziekenhuis. Samen hielden zij een dagboek bij. Dit geeft nu een heel mooi tijdsbeeld van die periode van een afdeling die nooit gezien werd door patiënt of bezoeker.
Enkele citaten uit dat dagboek:
“De voorgaande week hebben wij hard gewerkt om de kinderafdeling te verrassen. We hebben voor de kleintjes wat gemaakt en hopen dat we het zelf mogen brengen”
“We gingen iedere woensdagavond naar juffrouw Francien toe. Poppen breien. We hebben er zo’n 30 gemaakt”
“De directrice en zr. Strak zijn ook wezen kijken en de directrice kwam later met een doos gebak aan”
Zuster te Kiefte schrijft: “Dat het beddenwasstation, dat onder leiding van juffrouw Francien, naast al het werk ook nog zo’n verrassing voor de kinderen heeft gemaakt! Alle hulde!
Maar uit de dagboekfragmenten blijkt dat het vooral hard werken was. Dat het ziekenhuis in de jaren 1965 – 1968 stap voor stap in gebruik genomen werd blijkt uit de opmerking over de aantal bedden dat verschoond moest worden:
“In 1965 hebben we 4.000 bedden schoongemaakt, in 1966 waren het er 6.262 en in 1967 waren het er 8.008”
“In het begin was het werk niet zo aantrekkelijk want ik zag bedden, bedden en nog eens bedden”
“Er staan nu ongeveer 75 vuile bedden om schoongemaakt te worden zodat de angst je om het hart slaat als je de hele gang en alle hokken vol ziet staan”
“Op 22 november 1968 is hier de 1000ste baby geboren. Wij hebben dus alleen al aan verloskunde in 11 maanden tijd duizend bedden geleverd!”
